Minder vergoeding fysiotherapie voor COPD-patiënten heeft grote gevolgen
18 februari 2020
Sinds 2019 krijgen COPD-patiënten fysiotherapie vanaf de eerste behandeling vergoed, in plaats van na 20 behandelingen. Om deze regeling betaalbaar te houden is er een maximum gezet op het aantal behandelingen dat vergoed wordt. En in 2020 is die vergoeding voor bestaande patiënten substantieel verlaagd. Deze keuze was gebaseerd op het ontbreken van wetenschappelijk bewijs dat een hogere frequentie fysiotherapie leidde tot betere resultaten.
Bij Radar werd gisteravond een onderzoek gepresenteerd van Martijn Keesenberg en collega’s. Zij onderzochten COPD-patiënten die in 2019 al minder fysiotherapie vergoed kregen. Ze vergeleken een groep patiënten die één keer per week fysiotherapie kreeg met een groep die twee keer per week fysiotherapie kreeg. Er bestaat een substantieel verschil tussen deze groep in exacerbaties (aanvallen), antibioticumkuren en ligdagen in het ziekenhuis. Kortom: patiënten die teruggaan in frequentie van fysiotherapie krijgen meer aanvallen en hebben meer intensieve zorg nodig. Dit heeft tot gevolg dat de longfunctie van de patiënt sterk achteruit gaat op de langere termijn. De verwachting is dat dit niet alleen leidt tot een slechtere gezondheidstoestand en kwaliteit van leven, maar ook gepaard gaat met een toename van zorgkosten.
Kijk de aflevering terug of lees de reacties van verschillende instanties zoals het KNGF, ministerie van VWS en het Longfonds op de website van Radar.