Passende zorg bij COPD
Binnen het project passende zorg bij COPD zijn er meerdere aandachtspunten waar continu aan gewerkt wordt. Hieronder een aantal speerpunten en al uitgevoerde acties.
Zichtbaar maken van de longtherapeut en diëtist bij verwijzers en patiënten:
Webinar voor praktijkondersteuners en huisartsen: wat doet de longfysiotherapeut en hoe is die te vinden. Kijk hier het webinar terug.
Afstemmen met de andere organisaties die betrokken zijn de bij de zorg van longpatiënten: denk daarbij aan KNGF, VHVL, NVD, Longfonds, Long Alliantie Nederland (LAN) en de kaderartsen COPD en Astma (CAHAG).
Samenwerking tussen longfysiotherapeut en diëtist:
Wat moeten de diëtist en longfysiotherapeut van en over elkaar weten? Dat is onder andere verwerkt in de gratis trainingen die deelnemers kunnen volgen.
Hoe dat praktisch gedaan wordt? Dit wordt middels casusbesprekingen verwerkt in webinars. Ook deze worden gratis verzorgd en kunnen altijd door de deelnemers teruggekeken worden.
Dankzij een toolbox met hulpmiddelen is het contact zoeken en maken eenvoudig en tijdbesparend gemaakt.
Korte lijnen door het inzetten van Siilo, korte lijnen en laagdrempelig contact.
De zorg verbeteren
Gedegen (basis)scholing en bijscholingen worden door alle longtherapeuten gevolgd. Middels de Hart voor Leren ontwikkeling wordt iedere deelnemer hierin persoonlijk ondersteund en geholpen. Hierdoor is elke longtherapeut actueel en verdiepend geschoold op longzorg, maar ook breder door de aandacht op leefstijl gerelateerde onderwerpen en motiverende gespreksvoering.
Implementeren van nieuwe kennis: door het stimuleren van het volgen van de juiste scholingen. Dit kunnen scholingen zijn buiten het netwerk zoals bij scholingen over de KNGF richtlijn COPD, maar kan ook door het delen van kennis & tools via de kennisbank, webinars en het jaarlijkse congres.
Transparantie
Door gestructureerde dataverzameling te faciliteren wordt een continu leer- en verbeterproces ingezet. Dit wordt ondersteund met de visuals in het persoonlijke portfolio. Deze zijn en worden (door)ontwikkeld zodat het daadwerkelijk aansluit op de longzorg en wordt het begrijpelijk en bruikbaar in het dagelijks handelen.
Eenduidig meten en evalueren is daar ook een onderdeel van. Praktisch voorbeeld hierin is het meten van de 6MWT op 10meter standaardiseren, maar ook door het gebruik van een activiteitenmeter om het beweeggedrag goed in kaart te brengen.